Vijfentwintig jaar geleden was er nog geen sprake van, maar tegenwoordig zijn sportdranken hot. Niet alleen topsporters drinken ze. Vrijwel iedereen die op de een of andere manier met sport bezig is, heeft het gevoel dat er voor de recuperatie een sportdrank nodig is. Is dat wel zo? Zorgen sportdranken ervoor dat je sneller herstelt van je inspanning?
Gemiddeld verliest ons lichaam ongeveer 1 liter vocht per uur lichaamsinspanning. Om dat vochtverlies te compenseren, is het belangrijk om voor, tijdens en na het sporten voldoende te drinken. Wie dat niet doet, kan bijvoorbeeld last krijgen van krampen, of zelfs uitdroging. Dat is niet alleen nadelig voor je prestaties, het is ook ronduit ongezond.
Sportdranken: enkel bij zware inspanningen
Sportdranken zijn voor de meeste sporters echter niet nodig. Voor amateursporters is water eigenlijk de enige noodzakelijke sportdrank. Pas wanneer je lange en intensieve trainingen plant van meer dan een uur, kan het nuttig zijn om een rehydraterende sportdrank of dorstlesser te gebruiken. Die bevatten een beperkte hoeveelheid koolhydraten en mineralen. De koolhydraten zorgen ervoor dat je energiepeil op niveau blijft. De mineralen bevorderen de opname in het bloed. Dat laatste is vooral van belang voor sportdranken die tijdens de zware inspanning gebruikt worden.
Welke sportdrank kies je?
Stel dat je intensief en langer dan een uur gaat sporten, en dus het best een sportdrank gebruikt, welke kies je dan? Vooraleer je lukraak een sportdrank uit het winkelrek neemt, hou je het best rekening met het doel en de omstandigheden. Gebruik je de drank tijdens of na het sporten? Wil je vooral vocht aanvullen, of heb je een energieboost nodig?
Er wordt namelijk een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende soorten sportdranken: isotone, hypertone en hypotone sportdranken. De onderverdeling gebeurt op basis van de osmotische waarde ervan, de verhouding opgeloste deeltjes koolhydraten in de drank ten opzichte van de opgeloste deeltjes in het bloed.
De meeste sportdranken zijn isotoon, d.w.z. dat ze tussen 4 en 8 gram koolhydraten bevatten per 100 milliliter. Naast vocht leveren ze dus ook een beetje energie. Deze dranken worden in de volksmond dorstlessers genoemd.
Bevat de sportdrank minder dan 4 gram koolhydraten per 100 ml, dan spreken we van een hypotone drank. Die levert geen energie, maar wel vocht. De bekendste hypotone drank? Water.
De derde soort zijn de hypertone sportdranken, de energiedranken. Die bevatten meer dan 8 gram koolhydraten per 100 ml. Het grote nadeel van die dranken is dat ze minder snel in het bloed worden opgenomen en tot maag- en darmlast kunnen leiden. Na een echt zware inspanning van een uur of twee kunnen ze de recuperatie wel bevorderen, maar probeer deze dranken, zeker bij warm weer, toch maar te vermijden.
Kies je ervoor om een sportdrank te gebruiken tijdens het sporten, ga dan voor hypotone of isotone dranken, afhankelijk van je bedoeling. En vergeet niet: kies vooral een sportdrank die je lekker vindt.