Zet in op breed bewegen

Werk je als sportclub aan een brede motorische ontwikkeling van je jeugdleden? Dan verbeter je de bewegingsvaardigheden van onze toekomstige generaties. En een betere beweger is een betere (top)sporter!

Brede motorische ontwikkeling zet in op een gevarieerd bewegingsprogramma voor kinderen onder de 18 jaar. Brede motorische ontwikkeling kan op zichzelf staan, binnen een unisportcontext aangeboden worden of via een multisportcontext vorm krijgen.

In een unisportcontext zorg je ervoor dat de kinderen (die één sport beoefenen) toch voldoende prikkels op vlak van brede motorische ontwikkeling krijgen (minstens één uur per week).

  • Bv. in een voetbalclub aandacht hebben voor vaardigheden die vanzelf minder aanwezig zijn in het voetbalspel (werpen en vangen, hangen, glijden en rollen, ...)
  • Bv. in een dansclub bewust activiteiten rond objectcontrole (slaan, vangen en werpen, …) integreren in het aanbod.

Bij multisport kiest een kind niet voor één specifieke sport, maar voor een variatie van verschillende sporten (en vaardigheden) waardoor er ook breed (breder) motorisch opgeleid wordt. 

Het verhaal van Jerome en Jolien

Meisje en jongen met pet en zonnebril tijdens groepsles in dansstudio

Jolien sport graag en is motorisch sterk. Toch zit ze niet in een sportclub, ze wil niet kiezen voor een bepaalde sport. Op Joliens 8e verjaardag geeft ze een 'zwemfeestje'. Haar beste vriend Jerome wil graag mee, al kan hij niet zwemmen. Jolien stelt voor om samen in het ondiep te spelen, met een bal. Maar een bal vangen en werpen kan Jerome ook niet goed. Het feestje is plots niet meer zo leuk voor hem en de stap naar sport leek nooit zo groot ...

Maar besties Jolien en Jerome hebben geluk. In hun gemeente is net 'de breedste sportclub' opgericht, die brede motorische ontwikkeling aanbiedt. Ondanks hun zeer verschillend profiel vinden zowel Jolien als Jerome de proefles super tof, ze kunnen het samen doen! Ze aarzelen geen seconde en schrijven zich in.

Wat is Brede Motorische Ontwikkeling?

Met een veelzijdig bewegingsaanbod willen we kinderen ontwikkelingskansen bieden. Door zoveel mogelijk verschillende bewegingservaringen aan te bieden, creëer je een veelzijdige bewegingsaanpak. Dat staat tegenover een éénzijdige aanpak waarbij te vaak op een beperkt aantal vaardigheden beroep wordt gedaan.

Het bewegingsprogramma kan opgebouwd worden volgens de 12 fundamentele bewegingsvaardigheden (3 t.e.m. 8 jaar) of de 11 bewegingsfamilies (6 t.e.m. 12 jaar). In het ideale geval doen kinderen wekelijks minstens één uur aan brede motorische ontwikkeling waarin de bewegingsvaardigheden of bewegingsfamilies ongeveer evenveel aan bod komen op jaarbasis. 

Een combinatie van volgende drie categorieën van bewegingsvaardigheden is optimaal in functie van de motorische ontwikkeling: 

  • Locomotie: vaardigheden die een verplaatsing uitlokken (bv. kruipen en lopen) 
  • Objectcontrole: vaardigheden waarbij je een voorwerp manipuleert (bv. slaan met een racket, gooien/vangen/trappen van een bal) 
  • Evenwicht. 

Multimove is één van de voorbeelden waarbij brede motorische ontwikkeling centraal staat, maar er bestaan tal van andere initiatieven.

Waarom is Brede Motorische Ontwikkeling zo belangrijk?

We willen ervoor zorgen dat kinderen zo gelukkig en vlot mogelijk door het leven gaan. Een goede motoriek vormt de basis voor de ontwikkeling op sociaal, emotioneel en cognitief vlak. 

Uit een grootschalig Multimove-onderzoek blijkt dat de kwaliteit van bewegen daalt t.o.v. leeftijdsgenoten uit de vorige generatie. Daarom is breed bewegen op jonge leeftijd (en pas later specialiseren) zo belangrijk. Het zorgt voor:

  • meer aandacht voor spelplezier
  • betere motorische ontwikkeling (betere basis)
  • betere focus op behendigheid (agility)
  • minder drop-out uit in de sport
  • minder overbelasting 

Het beoefenen van verschillende sporten (= multisport) zorgt voor een variatie in context en zorgt bij kinderen voor: 

  • betere ontwikkeling van communicatievaardigheden en cognitieve vaardigheden
  • meer leerkansen om te leren omgaan met hun emoties
  • betere inschatting van zichzelf t.o.v. leeftijdsgenoten
  • een betere ontwikkeling van hun zelfbeeld