Vlaanderen heeft nood aan meer trainers

De Vlaamse sportsector blijft groeien, en ook het aantal trainers gaat in stijgende lijn. Toch is er momenteel sprake van een trainerstekort in de Vlaamse sportclubs. De impact daarvan is groot, in die mate zelfs dat de vlotte werking van steeds meer clubs in het gedrang komt. Dat is iets wat clubs op korte termijn vaak nog kunnen opvangen, maar op lange termijn leidt het onvermijdelijk tot een hogere uitval bij leden en trainers bij de clubs, en uiteindelijk tot kwaliteitsverlies van de sportsector in het algemeen.

 

We lossen dit niet alleen op door de instroom van nieuwe trainers te verhogen; we moeten er werk van maken de aanwezige trainers niet te verliezen, het trainerskorps te professionaliseren, en de grote verschillen weg te werken tussen sportclubs, sportfederaties en gemeenten onderling. Uit de recentste cijfers (2021) blijkt dat:

  • er gemiddeld (slechts) 1 trainer per 20 sporters aanwezig is en dat dat getal niet evolueert;
  • er jaarlijks 21% van de trainers afhaakt, en zelfs 26% van de trainers jonger dan 30 jaar;
  • 32% van de recent opgeleide VTS-trainers niet aan de slag gaat als trainer in het jaar na voltooien van de VTS-opleiding, met grote verschillen tussen sportfederaties onderling, dus er is nog heel wat onontgonnen potentieel.

De nood om de precieze oorzaken voor de trainersproblematiek in de Vlaamse sportclubs aan te wijzen en er dan de juiste oplossingen voor te vinden, is groot. Daarom brachten we op 9 december 2022 meer dan 100 sportprofessionals samen voor een sectoroverleg. Op die dag lanceerden we ook een projectoproep waarmee we de beste ideeën om trainers aan te trekken en te houden kunnen omzetten in concrete initiatieven.