Vrouw springt over lat met polsstok
Veilig sportklimaat

Regelgeving en beleid

Stimuleren van een veilig sportklimaat

Integriteit, grensoverschrijdend gedrag, mentaal welzijn, wedstrijdvervalsing, fair play, blessurepreventie, impact op het hoofd, … Allemaal thema’s die de laatste jaren meer aandacht kregen binnen het Vlaamse en internationale sportbeleid en de bredere maatschappij. Daarom hervormden we het decreet over gezond en ethisch sporten naar een nieuw decreet over het stimuleren van een veilig sportklimaat, dat op 15 maart 2024 door de Vlaamse Regering bekrachtigd werd.  

We vertrekken vanuit het principe dat elke sportorganisatie de ‘zorgplicht’ heeft om in een veilige sportomgeving te voorzien voor elke sporter, zodat iedereen op een fysiek, psychisch en sociaal integere manier sport kan beoefenen. We benadrukken nog meer dat een veiligsportenbeleid zowel naar het individu gericht is, als verantwoordelijkheden en verplichtingen op organisatieniveau met zich meebrengt. Veilig sporten gaat dus ook over de integriteit van een sportorganisatie in haar geheel, over het integer handelen van haar medewerkers en over aandacht voor de cultuur en structuur van een organisatie (goed bestuur). 

Voor de erkende sportfederaties en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding bundelden we een overzicht van de verplichtingen uit 2 decreten in een nota. 

Integriteitsbeleid van erkende sportfederaties

Sinds 2018 werken we met de sportfederaties en Sportieq samen om een integriteitsbeleid te voeren en aanspreekpunten integriteit te organiseren. Elke sportfederatie die door Sport Vlaanderen gesubsidieerd wordt, is hiertoe sinds 1 januari 2021 trouwens decretaal verplicht. In 2022 wijzigden we het decreet op de georganiseerde sportsector om dit integriteitsbeleid bij nog meer sportfederaties te verankeren.

Vanaf 2023 worden daarom 3 erkenningsvoorwaarden opgelegd aan de sportfederaties en organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding (OSV’s):

  1. het voorzien in een handelingsprotocol;
  2. het organiseren van een aanspreekpunt integriteit;
  3. het voorzien in gedragscodes.

Daarnaast wordt er nog een uitgebreid integriteitsbeleid opgelegd aan de gesubsidieerde sportfederaties dat bestaat uit:

  1. het installeren van een adviesorgaan dat het integriteitsbeleid van de sportfederatie evalueert en de sportfederatie erover adviseert;
  2. het voorzien in een onafhankelijk tuchtrechtelijk systeem;
  3. voor haar sportclubs, sporters en andere belanghebbenden een beleid ontwikkelen rond preventie, vorming en sensibilisering, en via haar sportclubondersteuning een integriteitsbeleid op clubniveau voeren door in haar sportclubs minstens het werken met laagdrempelige aanspreekpersonen, gedragscodes en een handelingsprotocol te stimuleren.

Controle van het uittreksel uit het strafregister

Vanaf 1 februari 2023 verplicht de Vlaamse overheid aan organisaties en verenigingen uit verschillende sectoren om voor nieuwe medewerkers die met minderjarigen werken een uittreksel uit het strafregister ‘Model Artikel 596.2 minderjarigenmodel’ op te vragen en te controleren. We willen kinderen en jongeren zo beter beschermen en een mogelijke aantasting van hun fysieke, psychische of seksuele integriteit vermijden. Deze verplichting vormt uiteraard slechts één schakel binnen een ruimer integriteits- en aanwervingsbeleid van organisaties.

Op wie is de verplichting van toepassing?

De controleverplichting van het uittreksel uit het strafregister geldt voor organisaties die een activiteit aanbieden die valt onder ‘opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen’. Dit betekent dat alle sportorganisaties met een jeugdwerking of een aanbod aan kinderen en jongeren onder dit toepassingsgebied kunnen vallen, ongeacht hoeveel minderjarigen dit dan zijn.

De controle moet worden doorgevoerd voor elke nieuwe medewerker die de sportorganisatie aanstelt, als aan alle volgende voorwaarden voldaan is:

  1. de medewerker zal minderjarigen begeleiden, animeren of opvoeden;
  2. de medewerker zal op een structurele basis rechtstreeks contact hebben met de minderjarigen;
  3. de medewerker is meerderjarig;
  4. de medewerker wordt aangesteld door middel van een overeenkomst of een eenzijdige benoeming of conform de vrijwilligerswet.

Dit betekent dat niet enkel beroepskrachten, maar ook vrijwilligers in de sportsector onder de verplichting vallen. Het maakt immers niet uit onder welk statuut je minderjarigen begeleidt: we willen het risico op grensoverschrijdend gedrag  verkleinen. In de jeugdwerksector geldt er echter een uitzondering voor vrijwilligers, wat voor verwarring kan zorgen. 

Met welke instrumenten ondersteunen we je?

Met een draaiboek geven we sportorganisaties meer duidelijkheid over de toepassing en uitwerking van deze verplichting voor de sportsector. In het draaiboek leggen we uit hoe de controleverplichting concreet moet worden toegepast. Wie moet een uittreksel voorleggen en wie niet? Wanneer moet dat gebeuren? En hoe ga je als organisatie om met de gegevens op het uittreksel? 

Vlaamse Sportfederatie en Sportieq werkten ondersteunende instrumenten uit, waaronder een stappenplan en een digitale wegwijzer, en bundelden een overzicht van vragen en antwoorden.

Code goed bestuur

Sinds 2016 is er een code voor goed bestuur in Vlaamse sportfederaties. De code is opgebouwd rond drie dimensies, namelijk transparantie, democratie en degelijke interne controle. Sportfederaties die werk maken van kwaliteitsprincipes, waaronder goed bestuur, worden daar vanaf 1 januari 2017 ook financieel voor beloond. Deze code zorgde voor een algemene kwaliteitsverbetering en professionalisering op bestuurlijk vlak, wat nodig is om een veiligsporten- en integriteitsbeleid op te kunnen bouwen.