Waar de bewegingsvaardigheden eerder gericht zijn op kinderen tussen drie en acht, focussen de bewegingsfamilies meer op kinderen van de lagere school (leeftijd van 6 t.e.m. 12). De leerlijnen bouwen verder op de eerder aangeleerde bewegingsvaardigheden. Er zit dus een overlap qua leeftijd (6 t.e.m. 8 jaar). Voor de opmaak van je jaarplanning kan je kiezen om met 1 van beide aan de slag te gaan. 

​​Concreet voorbeeld: bij een kind van zes jaar is voor de bewegingsvaardigheid "vangen" voldoende om het kind tijdens een gymnastiekles een bal toe te gooien terwijl het op de balk staat. Voor een kind van de leeftijd van 9 jaar is dat te beperkt om te voldoen aan de bewegingsfamilie 'doelspelen en terugslagspelen'. Het tactische onderdeel en interactie met andere spelers is hier belangrijk. 

Dit zijn de 11 bewegingsfamilies: 

  • Gooien, vangen en rollen  
  • Doelspelen en terugslagspelen  
  • Evenwicht  
  • Klimmen, klauteren, sluipen en kruipen  
  • Zwaaien, hangen, slingeren en schommelen
  • Heffen en dragen, trekken en duwen  
  • Trappen en stoten  
  • Springen en landen 
  • Rollen en roteren  
  • Gaan en lopen  
  • Ritmisch en expressief bewegen