Kenmerken sportrolstoelen

Een rolstoel om mee te sporten heeft andere kenmerken dan een gewone rolstoel.

  • Licht, maar ook heel sterk.
  • Breder door schuinstaande wielen om makkelijker te draaien en de kans op omkantelen zo klein mogelijk te maken.
  • Eén of twee kiepwieltjes achteraan om niet om te kantelen.
  • Vaak bumper vooraan om voeten en onderbenen te beschermen. Voor sommige sporten is die verplicht, bijvoorbeeld in het rolstoelbasket.
  • Soms met vastzetsystemen, waarmee je je benen en soms romp kan vastriemen, zodat je zo veel mogelijk rendement uit je bewegingen kan halen, bijvoorbeeld in het rolstoeltennis.
  • Enorme variatie in types en merken en vaak ook op maat gemaakt.
  • Eigen bijzondere kenmerken naargelang sporttak.

Drie grote groepen

De ontwerplijst infrastructuur werkt met drie grote groepen:

  1. Reguliere rolstoelen: vrije breedte van 90 cm nodig.
  2. Sportrolstoelen: vrije breedte van 110 cm nodig.
  3. Tennisrolstoel: vrije breedte van 120 cm nodig.
    • Grote wielen in hoek van 20 graden, nog meer schuinstand dan andere sportrolstoelen. Daarom vraagt de tennisrolstoel een breedtemaat van 120 cm voor de doorgang.
    • Ook voor rolstoelbadminton en rolstoelpadel.

Naast deze drie groepen bestaan er nog andere soorten sportrolstoelen, zoals wheelers en handbikes:

  • Voor indoor en outdoor atletiekpisten, niet om je door het sportgebouw te bewegen.
  • Niet nodig om kleedkamers en sanitair op hun maten af te stemmen, want transfer van gewone rolstoel naar wheeler of handbike gebeurt op transferruimte aan sportbestemming (atletiekpiste, de weg, ….).
  • Voor handbikes belangrijk dat route naar transferzone toegankelijk is op vlak van deuren en doorgangen binnen en toegang tot atletiekpiste. De handbiker heeft ook een aparte, voldoende ruime en veilige transferzone én opbergruimte nodig.

Meer info over aangepast materiaal vind je op de website van G-sport Vlaanderen.