Doelstelling

Unisportfederaties hebben een basisopdracht rond kaderopleiding en organiseren binnen de Vlaamse Trainersschool opleidingen en bijscholingen voor hun trainers en bestuurders.

Met de beleidsfocus professionalisering van sportkaderopleidingen wil de Vlaamse Regering de kwaliteit van de VTS-sportkaderopleidingen optimaliseren en de instroom, doorstroom en valorisatie van VTS-sportgekwalificeerden verhogen.

Een unisportfederatie kan tweejaarlijks een project indienen en kan voor maximaal 4 jaar gesubsidieerd worden.

Hoe maken we dit concreet? Wat komt in aanmerking?

  • Er zijn vier mogelijke subdoelstellingen waarop (afzonderlijk of gecombineerd) ingespeeld kan worden:
    • kwaliteit 
    • instroom 
    • doorstroom 
    • valorisatie (hiermee bedoelen we het activeren en/of actief houden van sportgekwalificeerden als actieve trainer in sportclubs).
  • De projecten moeten een raakvlak hebben met de sporttechnische sportkaderopleidingen (vanaf start to coach en hoger).
    • Het gaat om de VTS-sportkaderopleidingen. Het project moet hier volledig aan gelinkt zijn en kan niet gaan om opleidingen of bijscholingen van de sportfederatie zelf, die los staan van de VTS-sportkaderopleidingen.
    • Het gaat niet om beroepsgerichte opleidingen (vb. hoger redder niet, maar wel trainer reddend zwemmen)
  • De projecten moeten gericht zijn op sporttechnisch gekwalificeerden, en dus niet op andere functies (vb. bestuursleden, scheidsrechters,..).

  • Met professionalisering doelen we op activiteiten die kwaliteitsverbetering van de VTS-opleiding of het beroepsmatig activeren van personen tot doel hebben.

  • De projecten gaan om optimalisatie van wat bestaat: ze gaan verder dan (het opstarten van) de basisopdracht kadervorming via VTS

  • Het gaat wel over alle extra activiteiten die gericht zijn op de optimalisatie van de kwaliteit, instroom, doorstroom of valorisatie van de sporttechnische sportkaderopleidingen en de sporttechnisch gekwalificeerden, waarbij kwaliteit betrekking heeft op de VTS-opleidingen, de instroom en doorstroom op de VTS-sportgekwalificeerden en de valorisatie op de VTS-opleidingen en VTS-sportgekwalificeerden.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor subsidies voor een project professionalisering van sportkaderopleidingen, moet een unisportfederatie aan volgende basisvoorwaarden voldoen:

  1. een werkingssubsidie ontvangen voor de uitvoering van de basisopdrachten in het decreet.
  2. de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen opnemen in het vierjaarlijks beleidsplan.
  3. de beleidsfocus professionalisering in sportkaderopleidingen afzonderlijk bespreken in de rapportering, dit zowel in het werkingsverslag als in het financieel verslag (analytische code).

Subsidieaanvraag

Eerste subsidiejaar

De subsidieaanvraag moet volgende elementen bevatten:

  • een grondige analyse van het potentieel, de noden en behoeften voor professionalisering in sportkaderopleidingen in de sporttak;
  • een projectplan met minstens volgende 6 elementen voor de volledige duur van het project:
    1. de inhoudelijke omschrijving van de projectvisie
    2. de doelstellingen
    3. de concrete acties
    4. de beoogde resultaten
    5. de timing
    6. de projectuitvoerders
  • een gedetailleerde begroting die de geplande kosten en opbrengsten duidelijk weergeeft van de werkingsjaren waarvoor subsidies gevraagd worden, wat voor meerjarige projecten een jaarlijkse financiële prognose voor de duur van het project professionalisering in sportkaderopleidingen.
  • een omschrijving hoe het project invulling geeft aan de beoordelingscriteria

Vanaf het tweede subsidiejaar

De subsidieaanvraag moet volgende elementen bevatten:

  • Een stand van zaken van het project en evt. een update van het projectplan, met inbegrip van de realisaties (let op: geen fundamentele wijzigingen).
  • Eventueel een update van de begroting.

Welke kosten zijn subsidieerbaar?

Volgende kostensoorten worden aanvaard binnen de begroting van een project professionalisering van sportkaderopleidingen:

  1. brutosalaris projectmedewerkers;
  2. RSZ-werkgeversbijdrage projectmedewerkers;
  3. eindejaarspremie en vakantiegeld projectmedewerkers;
  4. dienstverhuringskosten voor projectmedewerkers;
  5. verplaatsingskosten projectmedewerkers;
  6. kosten voor informatie, communicatie en promotie;
  7. kosten verbonden aan de inhoudelijke ontwikkeling van sportkaderopleidingen of bijscholingen;
  8. specifieke kosten, noodzakelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van het project waarvoor het agentschap Sport Vlaanderen voorafgaand zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven.

Hoe gebeurt de beoordeling van het project?

Om na te gaan in welke mate de unisportfederatie voor deze subsidiëring in aanmerking komt, houden we deze beoordelingscriteria voor ogen:

  1. de mate waarin het project de kwaliteit, instroom, doorstroom of valorisatie op het vlak van sportkaderopleidingen en sportgekwalificeerden optimaliseert;
  2. de mate waarin het project aantoonbaar inspeelt op de behoeften of het potentieel binnen de sportclubs, de sporttak of de maatschappij;
  3. de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve impact, in relatie tot de begroting;
  4. de kwaliteit van het project;
  5. de mate waarin het projectplan en de methodiek garanties biedt op de effectieve realisatie van de vooropgestelde impact;
  6. de mate waarin het project aansluit bij de algemene visie en aanpak van de sportfederatie. 

Wie beoordeelt een project ?

Een beoordelingscommissie beoordeelt de ontvankelijke projecten aan de hand van de aanvraag tot subsidiëring en de beoordelingscriteria van de beleidsfocus professionalisering van sportkaderopleidingen. Ze beoordeelt de inhoudelijke aspecten van de aanvraag en adviseert over het maximale subsidiebedrag.

De beoordelingscommissie bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden die specifieke expertise hebben inzake sportkaderopleiding. De minister benoemt de leden van de beoordelingscommissie voor de duur van de olympiade.

Sport Vlaanderen bereidt de dossiers voor, licht ze toe en neemt het secretariaat waar van de beoordelingscommissie. Ze beoordeelt ook de administratieve en financiële aspecten en brengt daarover advies uit aan de minister.